Reisverslag voettocht Santiago de Compostela - Reisverslag uit Hendrik-Ido-Ambacht, Nederland van Jaap Beek - WaarBenJij.nu Reisverslag voettocht Santiago de Compostela - Reisverslag uit Hendrik-Ido-Ambacht, Nederland van Jaap Beek - WaarBenJij.nu

Reisverslag voettocht Santiago de Compostela

Blijf op de hoogte en volg Jaap

15 Maart 2017 | Nederland, Hendrik-Ido-Ambacht

2. De natuur, zo mooi ja zo mooi o.a. in Limburg en de Ardennen en ja soms dacht je ook aan: zijn wij alleen op de wereld? Verder de CitadelBeste vrienden. Wat een natuur onderweg. Meer dan schitterende in het boekje Pelgrimspad opgenomen Pelgrimspaden. Langs de voor ons bekende Maas lopen met meer prachtige vergezichten. En dan in de Ardennen daar kleuren de bossen schitterend rood, verliezen hun blad en in Dinant en de Onze Lieve Vrouwe Kathedraal in Reims:
zorgen voor een bijzondere sfeer met de herfstkleuren en verder de weidse velden, wuivend gras, verkleurende loofbossen, omgeploegde akkers, schitterend en zonder, jawel zonder dat je één mens tegenkomt en dat urenlang. Ja ………. en dat bijna twee weken van ’s morgen vroeg tot soms ver in de middag. Dan is op een gegeven moment de hectische wereld ver van je en dat heeft mij heel goed gedaan. Ik zie dan ook al met groot genoegen de volgende stappen van de nog zo’n dikke 2100 km af te leggen kms tegemoet en dat is van Reims tot Santiago de Compostela. Dan heel bijzonder: geen natuur maar stijgen naar grote hoogte. In Dinant hebben we de citadel (dateert van 1051) bezocht met een kabelbaan. Citadel is 100 meter hoger dan de Maas die door Dinant stroomt. Zowel in de 1e als 2e Wereldoorlog werd er rondom Dinant gevochten en bij het bezichtigen hebben we daarvan zowel beelden gezien als een wapenmuseum. Vanaf de citadel had je een schitterend gezicht op de stad Dinant. Alles bij elkaar: indrukwekkend. En dan nog de Kathedraal Onze Lieve Vrouwe in Reims. Een van de voornaamste gotische bouwwerken van Frankrijk. Historisch van belang omdat hier de koningen werden gekroond. Door zijn architectuur en zijn 2303 beelden werd de kathedraal toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van Unesco. Kathedraal trekt vele bezoekers en toen wij er waren, waren er de vele belangstellenden.

3. Zon, zon, zon, zon en nog eens zon voor de Ambachtse boffers
Je gelooft het niet en ook wij staan nog steeds versteld, dat het na een korte regenachtig begin 2 weken aan een stuk zonnig was. Maandag de 24e oktober in Maastricht in regenachtig weer vertrokken, maar ’s middags kwam het zonnetje er al een beetje door. En van dinsdag tot vrijdag de andere week met de stop in Reims toe bij de mooie Kathedraal: we liepen ’smorgen al gauw in ons overhemdje met temperaturen van 15 tot 17 graden. In Reims bij de Kathedraal aangekomen begon het dan weer te regenen. We hebben het echt getroffen en thuis gekomen zeiden vellen: nou je hebt een goed vakantiekleurtje gekregen. Heb je wel gewandeld, zeiden sommigen. Of hebben jullie op het strand in de zon gelegen?

4. Niet alleen lopen we stap voor stap, maar ook wordt regelmatig je evenwichtsorgaan getest en ook maak je hele gevaarlijke situaties mee
Ja, dat is het: je loop niet alleen met de ene voet voor de andere, neen op vele plaatsen wordt ook het evenwichtsorgaan getest. Paden met grind en kiezels en soms ook grote brokken steen, dan weer boomstammen, veel grote takken en dan is het dan weer naar links dan weer naar rechts uitwijken. En soms ook een boomstam vastpakken of op de been te blijven. Neen, het is niet altijd zo natuurlijk, maar je komt het regelmatig tegen. En dat hou je scherp en op elkaar letten en waarschuwen van: let op, even uitkijken hier. En dan op de weilanden waar je loopt: soms grote vlaaien, maar andere dan die van een bakker. Er niet in stappen natuurlijk en soms doe je dat toch. Nog even over gevaarlijke situaties: klimmen met aan takken je vastgrijpen en je optrekken, langs rotswand met onder je de stromende Maas. En dan nog dit: in het weekend, vooral in het weekend wordt er in deze periode gejaagd. We liepen in het bos op het Pelgrimspad en we hoorden in de verte schoten. Op een gegeven moment komen we de jagers met hun honden tegen en die waren toch wel een beetje verbaasd. En dat kwam omdat ze in deze periode van het jaar het niet verwachten dat er nog Pelgrimsgangers op pad zijn. Wij wel en we hebben even gevraagd: kan het kwaad want het lood voor de wilde zwijnen willen wij toch niet hebben. Wandelaars lopen, ja dat hoor je wel eens als ze het moeilijk hebben, met lood in de schoenen, maar zowel lood in de schoenen of lood in je lijfie daar houden we niet van. Gelukkig zijn we er heelhuids doorgekomen en onderweg zagen we een enkele keer een wild zwijntje voorbij schieten en die wilde absoluut niet dat de jagers ’s avonds aan een lekker kluifie zitten te smikkelen.

5. Vroeg op pad 07.00 uur en vroeg onder de wol 21.00 uur
Zo’n hele dag aan de wandel. Afstanden tussen de 25 en 30 km. De grootste afstanden zijn 35 km en zelfs een keertje 47 km. Ja, we hadden een misrekeningetje met die 47 km en toch hebben we dat ook gehaald. Marlies heeft wijselijk gezegd: ik ga wel met het openbaar vervoer en zal daar ter plaatse mijn kms wel afleggen en zeker geen 47 km. Zo gezegd, zo gedaan. Marlies kwam ons op het einde tegemoet en wij liepen zoals ze zei nog zo fris aan een hoentje haar tegemoet. En als je dan in het overnachtingsverblijf, meestal de Bed en Brackfast verblijven, dan duik je ’s avond na het avondeten lekker onder de wol. En dan is het heerlijk uitrusten om er de volgende dag weer fris tegen aan te gaan.



6. Algemene malaise in België en Noord-Frankrijk
Ja inderdaad algemene malaise in België en Frankrijk. Als je ziet hoe de levenstandaard in de kleine dorpjes is, dat is niet al te best. Weinig tot geen economische bedrijvigheid, uitgestorven plaatsjes, waar de jongere bevolkingsgroep naar elders is vertrokken. Woningen die er soms niet uitzien, zo slecht onderhouden. Bouwvallig, af en toe gewoon triest om te zien tot en met. Als je dat met ons vergelijkt: alles is hier keurig georganiseerd, onze huizen die er ten opzichte van wat wij daar gezien hebben er goed tot heel goed uitzien. Dikwijls bekroop mij de gedachte: de Nederlanders die mopperen dat het niet zo best is hier of en die zijn er ook nooit genoeg hebben zullen eens een dagje met ons mee moeten lopen dan zou het kunnen dat de waardering voor het leven hier in een ander daglicht komt te staan en een voldoende krijgt.

Bij de algemene malaise vermeld ik ook dat onderweg vele kerken gesloten waren. Dat kwam vertelde Jan dat er een jaar of wat terug een tweetal priesters in hun eigen omgeving zijn vermoord en het normaal gebruik: u bent welkom in de kerk hebben ze toen helaas moeten afschaffen. Bijzonder jammer omdat het bezoek aan kerken in deze landen veelal Katholieke altijd wat je ook bent, ja ook andere geloven dan Katholiek wat bijzonders oproept: even stil staan en je gedachten bepalen bij dat er meer is tussen hemel en aarde dan het buitengebeuren. Daar waar de kerken wel open waren en dat waren de grote kerken met als sluitstuk van deze voetreis de mooie en grote Kathedraal in Reims. Indrukwekkend en zovelen, die daar op het moment dat wij er ook waren de kerk een bezoek brachten.

7. Vriendelijkheid
Ondanks de algemeen malaise zijn de mensen, die je ontmoet heel vriendelijk. Wij kunnen er nog wat leren, met zo weinig om door het leven te gaan en toch voor ander die je pad kruist vriendelijk zijn. Ze praten al gauw met je, af en toe vragen waar we vandaan komen en dan vol bewondering ons succes wensen. Adviezen geven welke weg we moeten bewandelen. Over de vriendelijkheid: meegemaakt, dat een moeder met 3 kinderen ons tegemoet kwam. Moeder en twee van haar kinderen groeten allerhartelijkst, maar het derde kind niet. Van de moeder kreeg het derde kind een kleine aansporing en jawel met een glimlach een zwaaiend handje groette ze ons. Soms ook iemand, die hangend uit een bovenraam als je even de weg kwijt bent roept links af oftewel in het Frans a gauche. Ook wordt je uitgenodigd even aan te komen voor een bakkie en er zijn er die belangstellend vragen waar je vandaag komt. Kortom echte vriendelijkheid wat je goed doet en soms denk je dan: was het bij ons ook maar zo.

8. Bed en Brackfast
Jan en Marlies hebben veel tijd besteed aan het uitpluizen: waar kunnen we overnachten. Dat valt niet altijd mee en jawel in zuidelijk België en in Frankrijk was het domein van Marlies met de Franse taal, die ze machtig is. Dat heeft ons ook onderweg vele malen geholpen. Als ik dat zou moeten doen, was in nu nog bezig met handen en voetenwerk. Heel verschillend waren de overnachtingsplaatsen. Van sober tot een keer super de luxe: nou dat was ware koninklijke overnachting. Een dame die een juweeltje van een B

9. Bijzondere overnachtingen

A. Overnachten bij alleenstaande buurvrouw van B & B overnachtingslocatie in Heusden
Nou de eerste dag was het al raak. Bij het B & B-locatie in Heusden was er slechts plaats voor 2 Pelgrimmers. Ja en Jaap dan? Ik kon bij de, wat later bleek, alleenstaande buurvrouw terecht en uiteraard greep ik dat aan, want ja anders was er niet. Ik werd natuurlijk met bijzonder leuke adviezen uitgezwaaid en heb daar een goed nachtrust genoten. Buurvrouw overigens alleen gezien bij het binnenkomen en het verwijzen naar mijn slaapvertrek. Toen ik dat de volgende morgen vertelde sprak de lach op de gezichten boekdelen. Ja, wat moet ik anders vertellen dan dat ik de buurvrouw verder niet heb gezien. Verklaren toch dat het de waarheid is en niet anders dan de waarheid?

B. Overnachten in Abdij
Jan kon op een keer geen B & B vinden in de omgeving waar we zouden overnachten. Er was wel een Abdij en we hebben daar van een welverdiende nachtrust genoten met een warme hap ’s avonds, een goede slaapplaats en een ontbijt. Pater Bruno een heel bijzonder aardige man met de lach op zijn gezicht wijdde ons in het Abdijleven in. Met een tweetal diensten meegedaan voor het avondeten en voor het ontbijt de volgende morgen. En ik als enige niet Roomse ook meegedaan. Heel bijzonder de passie die je zag bij de leiding. Nog wat bijzonders: na het avondeten, de warme hap zeg maar, ruimden we als nette Hollanders alles op en brachten we het naar de keuken. Dat deden we ook de volgende morgen bij het ontbijt en ik zie het nog gebeuren. Jan kreeg een theedoek in zijn handen toegeworpen om mee af te drogen tussen de paters. En ook Marlies en ik voelden ons vanzelfsprekend, ik zeg maar in Abdij-termen geroepen om mee te doen. En dat hebben we met een glimlach op ons gezicht gedaan. Man man, je had Marlies en mij moeten zien toen Jan de theedoek werd toegeworpen, heel bijzonder. En Jan is het niet zo dat al het goede je zal worden toegeworpen? Daar kwam nog dit bij: we hoefden niets te betalen, maar dat zat ons niet lekker. Jan zijn voorstel was: zullen we € 25, = per persoon geven? Dat heen we geprobeerd, maar pater Bruno wees onverbiddelijk het aanbod af. Met twee handen in een soort zwaaiende vorm naar ons en dat duidde op een helder nee. Na lang, ja heel lang aandringen kreeg Jan het voor elkaar, dat pater Bruno € 25, = in ontvangst nam. En dat deed ons goed met zo’n bijzonder ontvangst en verzorging. Klasse!

C. Overnachten in Pelgrimsovernachtingsadres en in een kleedlokaal plaatselijke voetbalclub
De laatste week die van eind oktober tot begin november was er eentje om voorlopig niet te vergeten. Jan meldde: ja Jaap geen B & B in Chateau Porcien. Maar we hebben nog een mogelijkheid en dat is de Pelgrimsovernachtingsplaats. Er was plek voor 3 personen, alleen geldt de regel: wie het eerst komt het eerst maalt. Gelukkig zijn er in deze periode van het jaar weinig Pergrimgangers op pad, dus zeiden: dat zit wel goed. Onderweg komen we een dame tegen uit Brussel, naam Marie Dominicy. Zij is godsdienstlerares op een middelbare school en is in de veertig. Zij was in de Ardennen een beetje het spoor van de Jacobsroute bijster geraakt en zat even uit te rusten langs de kant van de weg. Na een kennismaking vroeg zij of ze mee kon lopen. Uiteraard hebben we als goede pelgrimgangers aan haar wens voldaan en we zijn verder gegaan op naar onze overnachtingsplaats. Ja, ja je ziet het al aankomen. Nu zijn we met zijn vieren, dat is eentje meer. Wat nu: nou ik zeg even bekijken en waar er drie overnachten kan wellicht de vierde er ook nog bij. Bij het gemeentehuis aangekomen gemeld dat wij gebruik willen maken van het overnachten en we krijgen de sleutel en de code. Op naar de overnachtingsplek. Vol verwachting wat we zullen aantreffen en snel de code ingetikt en deur geopend. Bij ons alle vier viel de mond open van grote verbazing: is het dit? Ja, dat is het: een kleine ruimte van 3,50 bij 2,50 meter. In totaal nog geen 9 m2. Na de verbazing gelijk weer tot de orde van dag of liever gezegd het moment overgegaan. Na wat overleg is de conclusie: nee geen plek voor zijn vieren, dus eentje dan naar de sporthal, althans dat maakte ik uit de voorinformatie op. Ik heb aangeboden: daar ga ik wel heen. Jan weer terug naar het gemeentehuis en even later kwam hij terug met de mededeling; is geregeld Jaap. Komt zo iemand en die breng je naar je overnachtingsplek. En jawel even later een chauffeur met bestelbusje. Een matras meegenomen en hup wagen in en rijden. Eerst naar gemeentehuis, links af en het dorpje uit: ik denk Jaap even het aantal bruggetjes tellen, we kwamen namelijk over bruggetjes. Bordje van Porcien gemeentegrens voorbij en bij het tweede bruggetje of het derde rechtsaf. Een landweg en nou zeg maar een dikke 500 meter het land in, ver vanaf de eerste woningen van de plaats. En daar doemde een voetbalveld op en jawel daar wordt gestopt. De chauffeur nam me mee naar het terrein en nagekeken door jonge voetballertjes word ik naar kleedlokaal gebracht. Hier overnachten was mijn eerste reactie? Ja, dat was inderdaad. Rugzak achtergelaten en weer terug naar de anderen, die al met hun slaapplekje bezig waren. Lekker gegeten: kip aan het spit bij een supermarkt gekocht en met een lekker glaasje wijntje erbij en dan op naar het slaapvertrek. Dat was toch in het duister zoeken geblazen, heel donker, geen volle verlichting zoals bij ons. Eerst naar gemeentehuis gelopen, daar links af en dan alsmaar echtdoor, een kleine 2 km. Nou het 1e bruggetje doemde op, erover gelopen, het 2e en 3e bruggetje, maar nog niets te zien van de afslag. Nog een bruggetje ook niets en toen helemaal terug. Weer bruggetje 1, bruggetje 2 en ja hoor gevonden! Na zo’n 500 meter het land in, redelijk ver van bewoonde wereld doemt het voetbalveld op. Naar het kleedlokaal en naar binnen. Helemaal zeg maar ”alleen op de wereld” idee. En binnen: het was er bepaald niet warm, neen eerder heel fris tegen koud aan. Een klein verwarmingsblokje dat helemaal niet warmer is te krijgen. Ik hoorde later dat het mogelijk zou zijn dat de verwarming centraal geregeld wordt en niet warmer wordt, ook al draai je de thermostaat op de hoogste stand. Ja, er zat niet anders op dan met alles aanhouden, zelfs handschoenen en van 8 uur ’s avonds tot de volgende morgen 6 uur (in totaal 10 uur) vele malen wakker geweest en zowel wandelsokken als handschoenen zo goed als het kon een beetje, ja een heel klein beetje verwarmd en dan weer uurtje en het zou kunnen zijn een tweetal uren, maar dat was wel het maximum. Ik denk dat ik toch wel een keer of 6 dat gedaan heb. Blij dat het morgen was, me een beetje opgefrist en tegen 7 uur terug naar mijn wandelgenoten in het plaatsje. Buiten de poort zag ik een auto aan komen rijden. Wat moet die nou hier was mijn eerste gedachte. Het bleek de voorzitter van de voetbalvereniging te zijn en kwam de sleutel in ontvangst nemen. Hij heeft nog even met mij het kleedlokaal geïnspecteerd en dat was oké. Hij weg en ik ook op naar de pelgrimsovernachtingsplaats naar Jan, Marlies en Marie. Nog steeds verkleumd bij mijn wandelvrienden gekomen en daar het verhaal verteld. Nou dat vonden ze bijzonder verhaal en ze hadden met mij te doen. Ik benaderde het positief en zei: Jan hebt tegen mij gezegd, je zal eens wat meemaken onderweg. Nou ik heb al een bijzonder vuurdoopje gehad, niet?

10. Bijzondere ontmoetingen
En dan de bijzondere ontmoetingen. Nou ook hier: ga er maar weer even voor zitten.

• Jan en Ad.
Twee wat oudere ongetrouwde mannen, die een B & B runden. Een huisje van hun ouders van meer dan 100 jaar terug en je kwam en ik zeker met mijn historisch genootschap-achtergrond in oude tijden. Het leek wel of de tijd had stilgestaan en alles nog in de stijl van vroeger. We schudden elkaar de hand en één van de mannen, hij bleek later de beheerder van de financiën te zijn had nogal zwarte nagels. Nou we keken elkaar aan: moet die ons brood klaarmaken? En waar zouden we slapen: in een ouderwetse bedstee? Maar nee hoor, we liepen naar waar we zouden overnachten en daar waren we in een andere (aangebouwd) gedeelte dat dienst deed als B & B-locatie. Zag er keurig, netjes en jawel bij de (huidige) tijd uit. En alles verder goed gegaan daar, goed geslapen, goed ontbijt;

• Een uitnodigende Belgische madame / op de koffie gevraagd.
Al lopende meldde Jan mij: Jaap geen koffietentje in de buurt, ook in de plaatsjes waar we langs kwamen. Zou je niet een lekker bakkie troost lusten? Nou ja zeg ik tegen Jan: ja Jan het is niet anders, dus we leggen ons er wel bij neer en drinken dan met een ’s morgens gekochte belegd stokbroodje (die zijn me toch lekker als je ’s morgens zo vers bij het plaatselijke bakkertje vandaan alvast een hapje neemt) al zittende in het gras of langs de kant van de weg. Laat nou uit een plaatsje een mevrouw komen. Eerst liep ze ons nog voorbij en toen ineens hoorde wij dat ze ons riep. We konden bij haar een bakkie doen. En het was meer dan een bakkie. De Waalse sprekende dame vertelde bij het bakkie dat zij voor de 2e keer weduwe was geworden en haar 2e man had als voornaam Jean Jacques. Marlies gelijk: ja die zitten ook hier en ze wees op Jan en op mij: ook Jean en Jacques. Een klein half uurtje duurde het bakkie doen en wij hoorde haar levensgeschiedenis, waarbij zij het niet droog hield. Ook heeft zij ons laten weten, dat meer Pelgrimsgangers bij haar langs kwamen, neen beter aankwamen en ook dat zij buiten de mogelijkheid had dat er een tentje kon worden opgezet. Nou waar tref je dat en we namen met een hartelijke groet en een hand op onze schouders afscheid van deze op ons pad kruisende dame;

• Jaap als professionele masseur bij de Belgische mede pelgrimreizigster Marie Dominicy
Ja, wat doe je als je de Belgische dame Marie Dominicy, die enkele dagen met ons mee heeft gelopen advies vraagt haar voeten te behandelen. Ik had geadviseerd: bij vermoeide voeten of als ze pijnlijk worden dan heb ik een goed middel en dat is Gehwol met zwarte dop. Even uitgelegd, dat het witte smeersel een filmlaagje aanbrengt op je huid en dit is in ieder geval verzachtend. Zij vroeg: hoe breng je dat aan en ik vertelde dat en ik neem aan op zo’n professionele wijze, dat ze vroeg: wilt u dat bij mij doen? Nou daar was ik niet te beroerd voor en als een volleerd masseur behandelde ik haar. De volgende dag liet ze weten dat ze er baat bij had en bedankte voor de goede behandeling.

Tot zover en nu op naar het vervolg in het wandeljaar 2017. Dat het goed mogen ver……………lopen……. Ambacht …….Reims ……. dan Santiago…… .tot slot Finisterre!

Jaap

Einde 1e gedeelte Santiago voetreis. Het 2e gedeelte begint 27 maart 2017













  • 02 April 2017 - 22:25

    Agnes:

    Ha Jaap,
    In Jan's reisverslag staat over jouw reisblog, dus gelijk gaan lezen.
    Ik ben helemaal bij! Heel verhaal en al heel veel meegemaakt. In dit verslag ben je nog maar in Reims.
    Er zal dus nog heel veel volgen! Leuk om zo met je mee te reizen.
    Een goede tocht verder!
    Groeten Agnes

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jaap

Actief sinds 08 Maart 2017
Verslag gelezen: 871
Totaal aantal bezoekers 135509

Voorgaande reizen:

08 Maart 2017 - 31 December 2017

Reisverslag voettocht Santiago de Compostela

Landen bezocht: